Responsive image

Artikel 1

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 1

Richtlijn 2006/112/EG wordt als volgt gewijzigd:

1) In titel V, hoofdstuk 1, afdeling 2, wordt het volgende artikel ingevoegd:

“Artikel 36ter

Indien een belastingplichtige geacht wordt goederen te hebben ontvangen en geleverd in overeenstemming met artikel 14bis, wordt de verzending of het vervoer van de goederen toegerekend aan de levering die door die belastingplichtige wordt verricht.”;

2) Artikel 66bis wordt vervangen door:

“Artikel 66bis

In afwijking van de artikelen 63, 64 en 65, vindt het belastbare feit van de levering van goederen door een belastingplichtige die geacht wordt die goederen te hebben ontvangen en geleverd overeenkomstig artikel 14bis en van de levering van goederen aan die belastingplichtige plaats, en wordt de btw verschuldigd op het tijdstip waarop de betaling is aanvaard.”;

3) Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 136bis

Indien een belastingplichtige geacht wordt goederen te hebben ontvangen en geleverd in overeenstemming met artikel 14bis, lid 2, verlenen de lidstaten vrijstelling voor de levering van die goederen aan die belastingplichtige.”;

4) In artikel 169 wordt punt b) vervangen door:

door de belastingplichtige verrichte handelingen waarvoor overeenkomstig de artikelen 136 bis, 138, 142 en 144, de artikelen 146 tot en met 149, de artikelen 151, 152, 153 en 156, artikel 157, lid 1, punt b), de artikelen 158 tot en met 161 en artikel 164 vrijstelling is verleend;”;

5) In artikel 204, lid 1, wordt de derde alinea vervangen door:

“De lidstaten mogen de in de tweede alinea bedoelde mogelijkheid echter niet toepassen op een belastingplichtige in de zin van artikel 358bis, punt 1, die gekozen heeft voor de bijzondere regeling voor diensten verricht door niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen.”;

6) In artikel 272, lid 1, wordt punt b) vervangen door:

de belastingplichtigen die geen van de in de artikelen 20, 21, 22, 33, 36, 136 bis, 138 en 141 bedoelde handelingen verrichten;”;

7) In titel XII wordt de titel van hoofdstuk 6 vervangen door:

“Bijzondere regelingen voor belastingplichtigen die diensten voor niet‐belastingplichtigen, afstandsverkopen van goederen of bepaalde binnenlandse goederenleveringen verrichten”;

8) Het opschrift van titel XII, hoofdstuk 6, afdeling 3, wordt vervangen door:

“Bijzondere regeling voor intracommunautaire afstandsverkopen van goederen, voor leveringen van goederen binnen een lidstaat door elektronische interfaces die die leveringen faciliteren, en voor diensten verricht door in de Gemeenschap doch niet in de lidstaat van verbruik gevestigde belastingplichtigen”;

9) Artikel 369bis wordt vervangen door:

“Artikel 369bis

Onverminderd andere communautaire bepalingen wordt voor de toepassing van deze afdeling verstaan onder:

“niet in de lidstaat van verbruik gevestigde belastingplichtige”: een belastingplichtige die de zetel van zijn bedrijfsuitoefening of een vaste inrichting in de Gemeenschap heeft gevestigd, maar die in de lidstaat van verbruik noch de zetel van zijn bedrijfsuitoefening, noch een vaste inrichting heeft;

2) “lidstaat van identificatie”: de lidstaat waar de belastingplichtige de zetel van zijn bedrijfsuitoefening heeft gevestigd, of, indien hij de zetel van zijn bedrijfsuitoefening niet in de Gemeenschap heeft gevestigd, de lidstaat waar hij een vaste inrichting heeft.

Indien de belastingplichtige niet in de Gemeenschap is gevestigd, maar daarin meer dan één vaste inrichting heeft, dan is de lidstaat van identificatie de lidstaat waar zich een vaste inrichting bevindt, waarin die belastingplichtige meldt dat hij van deze bijzondere regeling gebruik maakt. De belastingplichtige is gedurende het betreffende kalenderjaar en de twee daaropvolgende kalenderjaren aan deze keuze gebonden.

Indien een belastingplichtige de zetel van zijn bedrijfsuitoefening niet in de Gemeenschap heeft gevestigd en er geen vaste inrichting heeft, dan is de lidstaat van identificatie de lidstaat waar de verzending of het vervoer van de goederen aanvangt. Indien er meer dan één lidstaat is waar de verzending of het vervoer van de goederen aanvangt, vermeldt de belastingplichtige welke van deze lidstaten de lidstaat van identificatie is. De belastingplichtige is gedurende het betreffende kalenderjaar en de twee daaropvolgende kalenderjaren aan deze keuze gebonden;

3) “lidstaat van verbruik”:

in het geval van de verrichting van een dienst, de lidstaat waar de dienst overeenkomstig titel V, hoofdstuk 3, wordt geacht plaats te vinden, of

b) in het geval van een intracommunautaire afstandsverkoop van goederen, de lidstaat van aankomst van de verzending of het vervoer van de goederen naar de afnemer, of

c) in het geval van de levering van goederen door een belastingplichtige die deze levering faciliteert overeenkomstig artikel 14bis, lid 2, indien de verzending of het vervoer van de geleverde goederen in dezelfde lidstaat begint en eindigt, deze lidstaat.”;

10) Artikel 369ter wordt vervangen door:

“Artikel 369ter

De lidstaten staan de volgende belastingplichtigen toe van deze bijzondere regeling gebruik te maken:

een belastingplichtige die intracommunautaire afstandsverkopen van goederen verricht;

b) een belastingplichtige die de levering van goederen faciliteert overeenkomstig artikel 14bis, lid 2, indien de verzending of het vervoer van de geleverde goederen in dezelfde lidstaat begint en eindigt;

c) een niet in de lidstaat van verbruik gevestigde belastingplichtige die diensten verricht voor een niet-belastingplichtige.

Deze bijzondere regeling is van toepassing op alle aldus door de betrokken belastingplichtige in de Gemeenschap geleverde goederen of verrichte diensten.”;

11) In artikel 369sexies wordt punt a) vervangen door:

indien hij meldt dat hij niet langer leveringen van goederen of diensten verricht die onder deze bijzondere regeling vallen;”;

12) Artikel 369septies wordt vervangen door:

“Artikel 369septies

De belastingplichtige die van deze bijzondere regeling gebruikmaakt, dient voor elk kalenderkwartaal langs elektronische weg een btw-aangifte in bij de lidstaat van identificatie, ongeacht of al dan niet leveringen van goederen en diensten zijn verricht die onder deze bijzondere regeling vallen. De btw-aangifte wordt vóór het einde van de maand volgend op het verstrijken van het belastingtijdvak waarop de aangifte betrekking heeft, ingediend.”;

13) In artikel 369octies worden de leden 1, 2 en 3 vervangen door:

“1. De btw-aangifte bevat het in artikel 369quinquies bedoelde btw-identificatienummer en, voor elke lidstaat van verbruik waar de btw verschuldigd is, het totale bedrag exclusief btw, de toepasselijke btw-tarieven, het totale bedrag van de overeenkomstige belasting, uitgesplitst naar belastingtarieven, en de totale verschuldigde belasting over de volgende gedurende het belastingtijdvak verrichte leveringen die onder deze bijzondere regeling vallen:

intracommunautaire afstandsverkoop van goederen;

b) goederenleveringen overeenkomstig artikel 14bis, lid 2, indien de verzending of het vervoer van die goederen in dezelfde lidstaat begint en eindigt;

c) diensten.

De btw-aangifte bevat ook wijzigingen met betrekking tot voorgaande belastingtijdvakken, zoals bepaald in lid 4 van dit artikel.

2. Wanneer goederen worden verzonden of vervoerd vanuit andere lidstaten dan de lidstaat van identificatie, bevat de btw-aangifte ook het totale bedrag exclusief btw, de toepasselijke btw-tarieven, het totale bedrag van de overeenkomstige belasting, uitgesplitst naar belastingtarieven, en de totale verschuldigde belasting over de volgende leveringen die onder deze bijzondere regeling vallen, voor elke lidstaat waaruit die goederen zijn verzonden of vervoerd:

a) intracommunautaire afstandsverkopen van goederen die niet via een belastingplichtige verlopen overeenkomstig artikel 14bis, lid 2;

b) intracommunautaire afstandsverkopen van goederen en goederenleveringen door een belastingplichtige overeenkomstig artikel 14bis, lid 2, indien de verzending of het vervoer van die goederen in dezelfde lidstaat begint en eindigt.

Met betrekking tot de in punt a) bedoelde leveringen bevat de btw-aangifte ook het individuele btw-identificatienummer of het fiscale registratienummer dat door elk van die lidstaten waaruit zulke goederen worden verzonden of vervoerd is toegekend.

Met betrekking tot de in punt b) bedoelde leveringen bevat de btw-aangifte ook het individuele btw-identificatienummer of het fiscaal registratienummer dat door elk van die lidstaten waaruit zulke goederen worden verzonden of vervoerd is toegekend, indien beschikbaar.

De btw-aangifte bevat de in dit lid bedoelde informatie, uitgesplitst naar lidstaat van verbruik.

3. Indien de belastingplichtige die onder deze bijzondere regeling vallende diensten verricht één of meer andere vaste inrichtingen heeft dan die in de lidstaat van identificatie, van waaruit de diensten worden verricht, bevat de btw-aangifte eveneens, per lidstaat waar hij een vaste inrichting heeft gevestigd en uitgesplitst naar lidstaat van verbruik, het totale bedrag exclusief btw, de toepasselijke btw-tarieven, het totale bedrag van de overeenkomstige belasting en de totale verschuldigde belasting over die leveringen, alsmede het individueel btw-identificatienummer of het fiscaal registratienummer van de inrichting.”;

14) In artikel 369 novovicies wordt lid 2 vervangen door:

“2. De lidstaten schrijven voor dat de in lid 1 bedoelde btw maandelijks verschuldigd is binnen de betalingstermijn die geldt voor de betaling van invoerrechten.”.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.